Algemene vergaderingen

Artikel 16

1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging, alle bevoegdheden toe, die niet, door de wet of de statuten aan het bestuur zijn gedragen.

2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:

a) het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
b) de benoeming van de in artikel 15 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
c) voorziening in eventuele vacatures;
d) voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen of op verzoek van dertig leden, indien dat minder is dan tien procent verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 20 of hij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad.